Sinds de start van de Taskforce Overvallen in 2009 is het aantal overvallen in Nederland sterk gedaald. Van 2898 overvallen in 2009 naar 1142 in 2018. Ook worden er verhoudingsgewijs meer verdachten opgespoord en daders berecht. Binnen de Taskforce werken bedrijfsleven, politie, openbaar ministerie en het ministerie van Justitie en Veiligheid, onder voorzitterschap van de Rotterdamse burgemeester Aboutaleb, aan de integrale aanpak van overvallen, straatroven en plofkraken. Ook bij andere delicten die onder high impact crimes worden geschaard is sprake van een dalende lijn: van 8390 straatroven in 2009 naar 3532 in 2018, van 91.930 woninginbraken in 2012 naar 42.798 in 2018, en van 105.365 geweldsincidenten in 2009 naar 72.597 in 2018.

Strafrecht

De goede resultaten die het afgelopen decennium zijn bereikt betekenen echter niet dat de aandacht mag verslappen voor deze vormen van criminaliteit, die een grote impact hebben op de slachtoffers en de directe omgeving. Tijdens het congres ‘10 jaar bestrijding van high impact crimes’ afgelopen maand in Rotterdam onderstreepte minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid het belang van voortzetting van de bewezen aanpak voor de komende jaren. “Momenteel is bijvoorbeeld weer een lichte stijging te zien van 4 procent in het aantal overvallen. De goede resultaten van de afgelopen tien jaar zijn alleen dankzij samenwerking tot stand gekomen. In het verleden werd slechts een klein deel van de daders opgespoord, en een nog kleiner deel strafrechtelijk vervolgd. Delicten die zo’n grote impact hebben op de slachtoffers mogen niet onbestraft blijven. Maar het bestrijden van high impact crimes gaat verder dan het strafrecht. Het vereist betrokkenheid van onder andere burgers, maatschappelijke instellingen en het bedrijfsleven. Iedereen is verantwoordelijk voor een veilige samenleving.”

De minister schreef de succesvolle aanpak van high impact crimes toe aan de mix van dadergericht en slachtoffergericht optreden in combinatie met onder meer de verzwaring van de strafeisen. Ook benadrukte hij het belang van voorlichtingscampagnes die bedrijven en burgers wijzen op preventieve maatregelen die zij kunnen treffen, zoals het aanschaffen van deugdelijk hang- en sluitwerk, het laten branden van de buitenverlichting bij afwezigheid om de woning geen verlaten indruk te geven en het bewust thuis laten van waardevolle bezittingen. Een positieve ontwikkeling zijn ook buurtpreventie apps die buurtbewoners stimuleren samen de wijk op te knappen en bemiddeling bij conflicten. Grapperhaus: “Daarbij moet niet de grens worden overschreden, burgers hebben niet dezelfde bevoegdheden als de politie. High impact crimes kun je niet bestrijden door het recht in eigen hand te nemen. Ik ben geen voorstander van publieke ‘naming & shaming’.”

Handleiding

Burgemeester Aboutaleb van Rotterdam onderschreef de boodschap om de teugels niet te laten vieren. “Dan zijn de criminaliteitscijfers in korte tijd weer terug op het oude niveau. De aanpak van high impact crimes staat momenteel onder druk. Mede door de goede behaalde resultaten worden soms andere prioriteiten gesteld. Het laten vallen van de oogst van de afgelopen jaren zou echter zonde zijn. Als burgemeester heb ik in de praktijk van dichtbij kunnen zien hoe ingrijpend een overval kan zijn. Een slachtoffer werd meters meegesleurd, mensen die zijn neergestoken. De buit bedraagt soms slechts enkele tientjes en staat in geen verhouding tot het leed dat de slachtoffers is aangedaan.”

Bij de start van de Taskforce Overvallen in 2009 was nog niet bekend hoe de meest efficiënte aanpak er uit zou gaan zien, herinnerde Aboutaleb. “Er bestaat geen handleiding voor het bestrijden van high impact crimes. Door van begin af aan samen een vuist te maken, hebben we dat ‘rode boekje’ zelf met elkaar gemaakt. Al na enkele jaren waren de eerste doelstellingen bereikt. De aanpak van high impact crimes werd een begrip. Succesfactoren waren onder meer publiek-private samenwerking en het samen optrekken met bewoners, die de extra ogen en oren van het veiligheidsdomein vormen. Ook belangrijk is de persoonsgerichte aanpak van (potentiële) daders. Door deze doelgroep extra in de gaten houden en scholing en zorg te bieden. Daarnaast investeren we preventief in de buitenruimte. Door deze schoon, heel en veilig te maken met meer groen en betere verlichting wordt criminaliteit ontmoedigd. Ook zijn in wijken waar meer dan gemiddeld wordt ingebroken voorlichtingsteams deur voor deur woningen afgegaan met informatie voor buurtbewoners hoe zij hun woning nog beter kunnen beveiligen. Deze samenwerking is en blijft belangrijk, want de overheid kan het niet alleen. En een politieagent op iedere straathoek is geen optie. Daarom moeten we blijven bouwen, blijven samenwerken.”

Rolmodellen

Als laatste spreker wees ook criminoloog Cyrille Fijnaut op de mogelijke gevolgen van verminderde aandacht voor de bestrijding van high impact crimes. “Er is veel bereikt de afgelopen tien jaar dankzij de samenwerking tussen publieke en private partijen. Maar de goede resultaten zijn geen garantie voor de toekomst. In het verleden is de fout al eerder gemaakt om bij succes de aandacht te verleggen: eerst in de jaren tachtig en daarna in 2009. De criminaliteit is daarna weer snel toegenomen. Bovendien vinden nog altijd veel high impact crimes plaats. In 2018 werden 1142 overvallen gepleegd, dat zijn er gemiddeld drie per dag!” De criminoloog, die in opdracht van de Commissie Van Traa onderzoek deed naar de georganiseerde misdaad, gelooft in het effect van een persoonlijke aanpak van criminelen. “In de criminele wereld bestaan ‘rolmodellen’ met een hoge status en groot aanzien in het milieu. Voor de lange termijn is het heel belangrijk om juist deze dadergroep aan te pakken.”

BEVEILIGING editie mei 2019